Om een goede hechting van de poeder laag te kunnen garanderen moeten de producten schoon zijn en voorzien worden van een conversie laag. Dit gebeurt tijdens de oppervlaktebehandeling van metaal dat bestaat uit ontvetten, fosfateren, spoelen, demi-spoelen en drogen. Dit gebeurt als de objecten al aan de lijn hangen.
Vervolgens wordt er indien nodig gestraald, wat eventueel opgevolgd wordt door schooperen. Stralen is het verwijderen van roest, vuil of oude verflagen. Schooperen, of metalliseren, wordt na het stralen gedaan. Dat is het aanbrengen van een laag van een zink- aluminiumlegering. Vervolgens wordt dit altijd gevolgd door een chemische voorbehandeling.
Per product wordt bepaald welke manier van voorbehandelen het best kan worden toegepast. Hierbij wordt rekening gehouden met de materiaalsoort, de materiaaldikte en de mate waarin het metaal is aangetast door bijvoorbeeld corrosie of een andere laklaag. Een goede oppervlaktebehandeling is bepalend voor het eindresultaat.